Home > Inspiratie > Feedback geven: het Sandwich-model

Feedback geven: het Sandwich-model

Feedback geven: het Sandwich-model

Door feedback te geven, wil je ervoor zorgen dat je gesprekspartner zichzelf verder kan ontwikkelen op een punt waarvan jij vindt dat de ander nog ontwikkeling kan gebruiken. Je ziet iets, hoort iets of bemerkt iets bij de ander dat wellicht niet prettig valt. Of iets dat efficiënter kan. Of iets dat sociaal handiger verwoord kan worden. Of ….Vul maar in! In ieder geval reden voor jou om het gesprek aan te gaan. Maar hoe pak je dat aan?

Wat is je feedback doel?

Voordat je feedback gaat geven, is het belangrijk om je goed voor te bereiden. Wat is het doel van je gesprek? Welke boodschap wil je brengen? Realiseer je dat naast het wellicht kwantitatieve doel vrijwel altijd een kwalitatief doel belangrijk is: de relatie goed houden. Dus: hoe breng je de boodschap zodat ‘ie wel aankomt maar ook zacht landt bij de ander? Hoe kun je zacht op de relatie zijn, en hard op de inhoud? Hoe krijg je de ander zover dat ‘ie snapt wat je bedoelt? En hoe krijg je de ander in beweging naar gewenst gedrag of een gewenste houding?

Voor het geven van feedback zijn er een aantal helpende modellen, vandaag kun je lezen over het Sanwich-model.

Het sandwich-model

Voor iedereen die al erg mensgericht is en het misschien lastig vindt om een ‘negatieve’ boodschap te brengen of feedback te geven (van die term moeten we sowieso af, daarover later meer), is er het sandwich-model. Daarbij breng je eerst een positieve boodschap, vervolgens het ontwikkelpunt en tot slot weer een positieve boodschap om mee af te sluiten. Een voorbeeld:

Ik vind dat je een hele fijne collega bent, heel prettig om met jou samen te werken.
Ik merk dat ik het lastig vind dat je de deadline vaak niet haalt.
Ik ben heel blij dat je zo je best doet om daar stappen in te zetten.

Wees je bewust van je taalgebruik

Zeker bij feedback geven is je woordkeuze, zinsopbouw en intonatie van groot belang.
 

Een privé voorbeeld ter illustratie:
Mijn zoon zit op voetbal. Hij wilde graag met een hoger team meetrainen en regelde dat voor zichzelf (al heel knap voor een tienjarige!). Na afloop kwam hij ontzettend enthousiast bij zijn eigen trainer terug. Hij vertelde dat het een hele gave training was geweest, de blijdschap straalde van z’n koppie. Zijn eigen trainer reageerde: “Als je dat nou ook eens mee zou nemen naar onze training…” met een negatieve intonatie. Mijn zoon was meteen gedemotiveerd. Als de trainer gezegd had: “Wat tof voor je dat je zo’n leuke ervaring had! Neem dat gevoel mee naar onze training!” dan had hij mijn zoon gemotiveerd en geënthousiasmeerd en was iets van de blijdschap afgestraald op het team. Een gemiste kans. Kortom: wees je bewust van je eigen taalgebruik. En sta er eens bij stil hoe jij zelf gemotiveerd raakt en in beweging komt. Neem dat mee in je gesprek met de ander.